‘Didactische efficiëntie’ is nog een weinig gehoord begrip, maar het zal niet lang duren voordat iedere leerkracht het kent. In het onderwijs wordt de oplossing voor
het verminderen van de werkdruk bijna altijd gezocht bij het verhogen van de
organisatorische efficiëntie (de manier waarop je je werkzaamheden organiseert).
Nu is daar vaak ook veel in te verbeteren en het kan de werkdruk zeker
verminderen, maar er is ook een tegenhanger die minsten zo belangrijk is:
didactische efficiëntie.
Didactische efficiëntie heeft betrekking op het
leerrendement en richt zich dus op tijdwinst maar ook betere kwaliteit van het onderwijs. Een hoger leerrendement heeft tot gevolg dat er in de beperkte
lestijd meer bereikt kan worden. Leerdoelen worden eerder behaald en er is minder
tijd nodig voor herhaling. Er zijn meerdere manieren om de didactische
efficiëntie te verhogen. Wanneer de pedagogische vaardigheden van de leerkracht
voldoende zijn, dan zijn het haalbare manieren die het leerrendement verhogen. Het
mooie daarbij is: je hoeft er niet méér voor te doen, maar je verandert de
manier van lesgeven!
Effectief differentiëren.
Wanneer het differentiëren van de instructies en de
verwerking beter afgestemd wordt op de behoeften van de leerlingen wordt het
leerrendement bij elke leerling verhoogd. Die behoeften kunnen bijvoorbeeld zijn:
meer uitleg, meer persoonlijke begeleiding, een andere leerstijl, meer
uitdaging, minder uitleg, meer afstemming van de hoeveelheid en soort lesstof.
Wanneer je effectief wilt differentiëren dan probeer je
tegemoet te komen aan die verschillende behoeften. Het is bewezen dat men daarbij
het beste kan streven naar convergente differentiatie; alle leerling van een
klas of een leerjaar doorlopen op hetzelfde tempo een leerlijn. Leerlingen met
achterstanden moeten die kunnen inlopen om mee te kunnen blijven doen in het
doorlopen van die leerlijn en leerlingen die de basisstof te gemakkelijk vinden
mogen minder basisstof maken om vervolgens ander uitdagend werk te maken zonder
vooruit te lopen. Slechts in enkele schrijnende gevallen zal men genoodzaakt
zijn om (soms tijdelijk) divergent te differentiëren.
In het primair onderwijs is ‘adaptief onderwijs’ de meest
voorkomende manier om effectief te differentiëren. In mijn eerder geschreven
blog ‘Wat werkt bij adaptief onderwijs?’ legde ik het bewezen effect van het
directe instructiemodel uit, maar ook het belang van afwisseling van
verschillende instructievormen. Al die instructiemodellen bieden een structuur
en handreikingen voor het uitvoeren van het gedifferentieerde onderwijs, maar met
alleen die instructiemodellen lukt het nog onvoldoende om aan alle leerbehoeften
tegemoet te komen. Daarvoor is vaak een fijnmazige differentiatie nodig waar de
meeste leerkrachten moeite mee hebben.
Toch is het goed mogelijk voor elke leerkracht. Er zijn
zelfs meerdere opties. De twee uitersten zijn enerzijds leerkracht gestuurd en
anderzijds zelfgereguleerd door de leerlingen. Een derde optie is de gulden
middenweg daartussen.
Bij de leerkrachtgestuurde manier van differentiëren bepaalt
de leerkracht op basis van toetsscores en observaties op welk niveau een
leerling bij elk vak ingedeeld wordt. Om dit goed te kunnen communiceren en
werkbaar te maken voor leerlingen gebruikt de leerkracht een software
applicatie als ‘Takenblad’ (ontwikkeld door Lestijd Onderwijsadvies). Hiermee
kunnen snel en eenvoudig Takenbladen uitgeprint worden die voor elk kind op
maat zijn.
Bij de zelfgereguleerde manier bepalen de leerlingen zelf per
onderdeel van de les of ze extra instructie willen en welk gedeelte ze van de
basisstof willen oefenen. Ze werken hiermee volgens het instructiemodel ‘Zelfgereguleerd
differentiëren’ dat door Michel Verdoorn ontwikkeld is (zie een eerdere
blogbericht).
Bij de gulden middenweg bepaalt de leerkracht welke lessen
zich lenen voor zelfgereguleerd differentiëren en welke leerlingen dat
aankunnen. Bij de lessen die zich niet lenen voor zelfgereguleerd
differentiëren bepaalt de leerkracht op welk niveau een leerling ingedeeld
wordt. Alles wordt gecommuniceerd naar de leerlingen met behulp van een
takenblad dat voor elk kind op maat is gemaakt met behulp van de
softwareapplicatie ‘Takenblad’.
De soort motivatie van de leerlingen beïnvloeden.
Het verband tussen motivatie en leerrendement is
wetenschappelijk bewezen door o.a. Vansteenkiste, Zhou, Lens, en Soenens (2005).
Op basis van de zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan (2000), één van de
meest invloedrijke theorieën over motivatie, is veel onderzoek gedaan naar het
vergroten van de autonome motivatie (de motivatie vanuit de persoon zelf). Dit
is mogelijk door het vergroten van de sociale verbondenheid, het gevoel van
beheersing en het gevoel van autonomie. Hoe dit precies kan leg ik graag uit in
een volgend blogbericht.
ICT gebruiken als didactisch middel
Ict wordt nog vaak als ondersteunend middel gezien voor de
leerkracht, maar ondertussen zijn de mogelijkheden als didactisch middel enorm
groot. Veel educatieve programma’s hebben de mogelijkheid om direct te
controleren of de antwoorden goed zijn en om het vervolgtraject daardoor te
laten bepalen. Hiermee wordt oefenstof uitstekend aangepast op het beheersingsniveau
van elk individu. Ook vinden leerlingen ICT vaak zo leuk dat ze in korte tijd
meer oefenen. ICT kan een zeer efficiënte manier zijn om het leerrendement te
verhogen als het op de juiste manier wordt toegepast. Om leerkrachten te helpen
bij het maken van keuzes over hoe ict ingezet kan worden kan men gebruik maken
van het TPACK model. Iemand die daar veel over kan vertellen en teams kan leren er mee te werken is Michel Boer (http://www.eduvator.nl).
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Gebruikte literatuur:
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Gebruikte literatuur:
Deci, E.L., & Ryan, R.M. (2000).
Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social
development, and well-being. American
Psychologist, Vol 55(1), 68-78.
Vansteenkiste,
M., Soenens, B., Sierens, E., & Lens, W. (2005). Hoe kunnen we leren en
presteren bevorderen? Een autonomie-ondersteunend versus controlerend
schoolklimaat. Caleidoscoop, 17,
18-25.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten